Nieuwe gedragslijn vergunningen gepubliceerd – Bron: Hamnieuws
Agentschap Telecom heeft zojuist de vernieuwde ‘Gedragslijn vergunningen radiozendamateurs’ gepubliceerd. Aan deze gedragslijn is ruim twee jaar gewerkt door de toezichthouder en verenigingen. De nieuwe gedragslijn vergunningen vervangt hiermee de ‘Beleidsnotitie onbemand frequentiegebruik’ die voor het laatst op 1 februari 2013 is bijgewerkt. Tijdens de laatste aanpassing in 2013 zijn bovenregionale relaisstations mogelijk gemaakt.
De vernieuwde gedragslijn geeft meer ruimte voor repeaters, modulatievormen en gebruikte bandbreedtes. Wijzigingen zijn er voor DARES en APRS op de 70-centimeter band. Nieuw is mogelijkheid voor Full amateurs om, onder voorwaarden, een vergunning voor maximaal 1600 Watt zendvermogen aan te vragen. Hamnieuws heeft de belangrijkste wijziging op een rij gezet:
Techniekneutrale vergunningen
Het document telt een aantal grote wijzigingen. Ten eerste zijn nieuwe vergunningen zoveel mogelijk techniekneutraal verleend. Agentschap Telecom had eerder al de toevoeging ‘D-Star of DMR’ uit ATOF’s voor Digital Voice repeaters gehaald. Nu trekt ze dit door naar alle repeaters. Omdat analoog en digitaal elkaar gevonden hebben in bijvoorbeeld System Fusion wordt deze lijn ook doorgetrokken naar de overige repeaters. Een vergunning voor een repeater is dus niet meer analoog of digitaal. Er is enkel een frequentie met bijbehorende bandbreedte vergunt, in combinatie met opstelplaats en antenne hoogte.
Geografische grens losgelaten
Een tweede grote wijziging is dat Agentschap Telecom de geografische grens losgelaten heeft. In het oude beleid werd er ondersteld gemaakt tussen een lokaal, regionaal en bovenregionaal relaisstation. Afstand tot andere relaisstations was daarbij uitgangspunt voor het wel of niet verlenen (en verlengen) van een vergunning. Dit heeft in het verleden nog wel eens tot een probleem geleidt. Door de komst van een nieuw relais werden vergunningen voor bestaande repeaters niet meer verlengd. Het nieuwe uitgangspunt is beschikbaarheid van frequentieruimte. Indien er frequenties beschikbaar zijn voor een geografisch gebied, dan kunnen deze toegewezen worden. Ook al staat er al een repeater in dezelfde regio.
Van 50 MHz. tot 10 GHz
Het nieuwe document heeft rekening gehouden met relaisstations op de meest gebruikte amateurbanden. Onder de 144 MHz. wil Agentschap Telecom geen vergunningen voor repeaters afgeven omdat dit kan leiden tot ondoelmatig gebruik van frequentieruimte. Voor frequenties boven de 10 GHz. bestaat geen bandplan, maar zal de toezichthouder op individuele basis kijken wat de mogelijkheden zijn. Dat geldt ook voor vergunningen buiten de scoop van het document. Voor bakens is een apart bandplan opgesteld. Daarbij is ruimte voor èèn baken op 50 MHz en èèn baken op 70 MHz. Dit is gecoördineerd met defensie als primaire gebruiker.
Nieuwe APRS frequentie op 70-centimeter
De oude APRS-frequentie 430,5125 MHz is komen te vervallen. Daarvoor in de plaats is de frequentie 432.500 MHz. exclusief aangewezen voor APRS-toepassingen. Voor APRS-stations geldt dat de vergunning niet techniekneutraal is om de werking van het netwerk te blijven garanderen. De nieuwe frequentie is Europees afgestemd. Sinds 2008 zenden APRS stations op de 70-centimeter amateurband uit op deze frequentie. Nederland week daarmee af van Europese landen. De frequentie 432.500 MHz. wordt op veel plekken in Europa gebruikt en verving daarmee 433.800 MHz . dat door (ver)storing(en) van/aan ISM-apparatuur niet meer te gebruiken was.
Meer ruimte voor Digital Voice
Er is 100 kHz extra ruimte voor Digital Voice repeaters in de 70-centimeter band. Voorheen was hiervoor 438,0000 tot 438,4000 MHz. beschikbaar met de ingang 7.6 MHz. lager. Het nieuwe beleidsdocument heeft 100 kHz. extra ruimte gereserveerd in het secundaire deel van de 70-centimeter band. Door deze uitbreiding is er meer ruimte beschikbaar gekomen voor DMR-repeaters. In combinatie met de vervallen geografische grens geeft dit de mogelijkheid om een D-Star en DMR-repeater naast elkaar te draaien. Voorheen was dit met een standaard vergunning niet mogelijk.
Het frequentiegebied 430,6000 tot 431,000 MHz. is gereserveerd voor simplex toepassingen. Vroeger zaten hier voornamelijk Packet Radio stations. Het nieuwe beleid staat toepassingen met een hogere bandbreedte nu toe, tot 50 kHz. Daardoor kan er nu ook gebruik worden gemaakt van Tetra DMO repeaters of andere simplex experimenten die een hogere bandbreedte nodig hebben voor haar toepassing dan de voorheen vergunde 12,5 of 20 kHz.
‘Noodrepeaters’ naar 438.5250 MHz
Door de uitbreiding van de beschikbare frequentieruimte voor Digital Voice repeaters is DARES (en DCRO?) genoodzaakt zijn frequenties te verschuiven. Voorheen was de frequentie 438,4250 MHz. landelijk beschikbaar voor ad-hoc repeaters van deze organisatie(s). Zij zullen nu 100 kHz. omhoog moeten gaan. De ingangsfrequentie is 430,8250 MHz. Een afwijkende shift van 7,7 MHz dus. Dit frequentiepaar wordt slechts een keer vergund en mag enkel gebruikt worden voor georganiseerde oefeningen of tijdens noodsituaties en kan landelijk ingezet worden.
Hoger zendvermogen voor Full amateurs
Nieuw is een optie om een vergunning aan te vragen voor een hoger zendvermogen. Voorheen stond Agentschap Telecom dit enkel toe wanneer de maan als passieve reflector gebruikt werd (de ‘EME-vergunning’). Deze mogelijkheid is nu verruimd. Onder voorwaarden kan een vergunning aangevraagd worden waarbij het maximale vermogen met +6 dB wordt verhoogd naar 1600 Watt. Daarbij geldt wel dat deze uitsluitend toegewezen wordt op banden waar radiozendamateurs de primaire status genieten.
Agentschap Telecom schrijft dat ze heeft overwogen om het zendvermogen voor Full amateurs generiek te verhogen maar heeft hier vanaf gezien omdat de kans op verstoringen, met name in woonwijken, toeneemt. Belangrijker vind de toezichthouder de overschrijding van blootstellingslimieten, zoals vastgelegd in de ICNIRP-normering. Aanvragen van een hoogvermogensvergunning zal dus moeten voorzien zijn van een veldsterkteberekening en uitdraai van het Kadaster, waarbij de afstand tot overige percelen wordt aangegeven alsook foto’s van het antenne-opstelpunt en de omgeving.
Het nieuwe document is te downloaden op de website van Agentschap Telecom.